Een stukje geschiedenis

Oorspronkelijk was deze site eigendom van de zusters clarissen-urbanisten. Rond 1840 verkochten ze het klooster aan de minderbroeders (Franciscaners), die in 1843 de toelating kregen om de kapel van het klooster uit te breiden tot aan de straatzijde van de Oude Houtlei.
Sindsdien genoot deze minderbroederkerk een grote bekendheid in de Gentse regio, waar tot half april 2004 dagelijks eucharistievieringen werden gehouden.
Ontwerper van de voorgevel was Camille Colpaert jr. die eerst het middendeel verwezenlijkte. In 1857 kwamen daar, eveneens door Colpaert, nog twee zijdelen voor de inmiddels met twee zijbeuken vergrootte kapel bij.
De kerk heeft een neobarok interieur, overwelfd met gedrukte kruisribgewelven, gordel- en scheibogen gedragen door pijlers met Toscaans kapiteel en versierd met casementen. Het orgel dateert van 1894 en is gemaakt door Pieter Scheyven uit Brussel. Dit monumentaal kader wordt verder verrijkt met een preekstoel (1864) in neobarok en acht  biechtstoelen vervaardigd door Paschal Baert.

Het pand heeft een oppervlakte van 400 m² en omvat een kerk en een sacristie.

Onder de naam "Parnassus" werd dit ex-kerkgebouw in 2011 door Ateljee vzw omgevormd tot sociaal restaurant en centrum voor cultuur en ontmoeting.

Centrum voor cultuur en ontmoeting

Deze historische en monumentale ruimte heeft een uitstekende akoestiek. Hiervan getuigen de in het verleden gerenommeerde ensembles en koren die opgetreden hebben in de kerk zoals bv. Capella Vocale, het jeugdorkest Forza Musica, het vocaal damesensemble Arabesk en de Belgische laureaat van de Koningin Elisabeth wedstrijd Liebrecht Van Bekkevoort.
 
De kerk beschikt over een schijvenorgel met twee klavieren. Het orgel is in goede staat en perfect bruikbaar voor concerten.
 
De sacristie (40 m²) kan dienst doen als repetitielokaal, verkleedruimte ... De vrije zijbeuken in de kerk bieden voldoende ruimte om er een receptie te organiseren.

Sociaal Restaurant

In Parnassus worden dagelijks zo'n tweehonderd maaltijden aangeboden en een twintigtal mensen tewerkgesteld. Voor de ombouw naar restaurant waren ingrepen nodig zoals het aanbrengen van verwarming en sanitair. Naast overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed, kreeg het project financiële steun van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Loterij.